Carel Visser Nederlands, 1928-2015

 works
 biography

Carel Visser (1928-2015) behoort tot de belangrijkste Nederlandse beeldhouwers na 1945. Een onconventionele beeldhouwer, staande op de schouders van zijn grote voorgangers Brancusi en Giacometti, heeft Carel Visser zich altijd beziggehouden met vormen en materialen, álle materialen. Hij werkte met staal en glas, eieren en veren, wol en leer tot en met autobanden toe.

 

In de jaren ’50 en ’60 bouwt Visser voort op de principes van Mondriaan’s Nieuwe Beelding met robuuste ijzeren sculpturen in geometrische vormen. Zeker in het naoorlogse Nederland, waar de beeldhouwkunst nog gedomineerd werd door de figuratie van de behoudende Rijksacademie, was de abstracte beeldtaal van Carel Visser een novum.

 

Het oeuvre van Carel Visser overspant een heel mensenleven: de beginjaren met vooral studies in een min of meer figuratieve beeldtaal, de jaren vijftig en zestig met vooral abstracties in ijzer van geometrische vormen, stapelingen van platen en balken, studies van kantelingen en spiegelingen en van experimentele wandsculpturen in aluminium. De jaren zeventig en tachtig kenmerken zich door een geheel vrije beeldtaal en in een bijzonder gevarieerd materiaalgebruik, waarbij Visser geen enkel materiaal uit de weg ging.

 

Tot op hoge leeftijd bleef hij actief en creatief, waarbij hij niettemin steeds vaker het zware ijzer inruilde voor de even beeldende en ruimtelijke collage in het lichte karton.

 

Als zoon van een civiel ingenieur was Carel Visser al vroeg vertrouwd met bouwkundige materialen en technieken. Aanvankelijk studeerde hij bouwkunde aan de Technische Universiteit van Delft, maar deze studie kon hem niet blijvend boeien. Ook een opleiding tot tekenleraar aan de Koninklijke Academie in Den Haag verliet hij voortijdig. Met zijn jongere broer Geertjan maakte hij reeds diverse reizen naar Frankrijk, Spanje en Italië. Die reizen zijn van grote invloed geweest op zijn evoluerende interesse van architectuur naar beeldhouwkunst. De spraakmakende en invloedrijke tentoonstellingen in het Stedelijk Museum onder Sandberg zijn belangrijk en vormend geweest voor de jonge Visser. Dat was zeker de tentoonstelling 13 Beeldhouwers uit Parijs in 1948, waar hij voor het eerst kennis maakte met het werk van o.a. Brancusi, Arp, Gonzalez en Giacometti. Met de natuur en figuratie als vertrekpunt ontwikkelt Visser zich langzaam maar zeker tot een beeldhouwer voor wie abstractie en architectuur zijn vormentaal zullen domineren. Hij is één van die moderne beeldhouwers voor wie de figuratie niet de voor de hand liggende uitkomst van de beeldhouwkunst is.

 

In Nederland werd zijn werk vooral vertegenwoordigd door Nouvelles Images in Den Haag en Art & Project in Amsterdam; in het buitenland vooral door Konrad Fischer in Düsseldorf en Galerie Durand-Dessert in Parijs.

 exhibitions
 publications
 news